CHANTILLY ARTS & ELEGANCE
RICHARD MILLE 2019
Sinds 2014 is het Chantilly Arts & Elegance Richard Mille te vinden op de internationale oldtimer agenda en sinds dat jaar behoort het tot de absolute top van de diverse internationale Concours d’Élégance evenementen. Sinds 2017 is het een tweejaarlijks evenement en de 5e editie in 2019 was een waar feest voor de autoliefhebber. Op het grote domein van het magnifieke kasteel van Chantilly nabij Parijs viel er veel, heel veel, te zien. Natuurlijk was er het Concours d’Élégance zelf, maar daarnaast waren er vele clubs met auto’s aanwezig en werden er ook diverse feestjes gevierd. 110 jaar Bugatti, 100e verjaardag van Ballot, 50e verjaardag van Matra’s Formule 1 kampioenschap, Pagani’s 20e verjaardag en 100 jaar Bentley, om er een paar te noemen. Ook de toekomstvisie stond centraal met diverse concept cars die eveneens streden om een Best of Show award.
Dit alles vond plaats onder een fraai zonnetje, hoewel die tegen 15.00 uur wel even was verdwenen. Even later vielen er zelfs een paar verdwaalde regendruppeltjes op het in grote getale toegestroomde publiek
Hieronder is er een terugblik op dit spectaculaire evenement, waarbij ik niet alles heb kunnen fotograferen, dan wel kan tonen. Daarvoor was er simpelweg teveel te zien en te doen en was de tijd om alles op de plaat vast te leggen te kort. Maar een goede impressie van het evenement is het in ieder geval wel!
Ballot is een Frans automerk dat van 1905 tot 1933 bestond. Het was opgericht door twee broers waarvan een goede contacten had met Ettore Bugatti en hem meehielp met het ontwikkelen van een eigen motor. Het 100-jarige feit dat hier gevierd werd is de deelname aan de 500 Mijlen van Indianapolis.
We zien hierboven een 2LS Coupé uit 1922 en een 2LT Torpedo Sport uit 1924.
Ballot RH3 Coupé Aerosport uit 1932. Het jaar ervoor had Hispano-Suiza het Franse merk al overgenomen en het jaar erop verdween het merk definitief. Rechts zien we een 5/8 LC Indianapolis uit 1919. Deze auto werd tijdens de fameuze race ingezet, haalde pole-position, maar viel helaas tijdens de race uit. Het jaar erop eindigde een Ballot als 2e in de race, na wederom van pole-position te zijn gestart. Deze auto won de Ballot klasse award.
Een volgende klasse was die van Racing Aston Martin’s Post War Open Cars. We zien links de DB3S uit 1954 (2e op Le Mans in 1955 en 1956) en rechts de DBR1 uit 1959. Deze auto zorgde in 1959 voor de eerste Aston Martin zege tijdens de 24 uren van Le Mans en viel ook ditmaal in de prijzen:
winnaar van de Chantilly Aston Martin Post War Open Cars klasse.
Aston Martin DB2/4 Competition Spider uit 1953. Deze auto ontving de prijs ‘Spécial FFVE l’Authenticité’ voor de meest authentieke automobiel van alle deelnemers. Rechts zien we nog een prijswinnaar de Aston Martin DB3
uit 1952. Deze auto won de Prix Aston Elegance. Drie prijswinnaars in deze klasse dus.
Avions-Voisin is een volgend Frans automerk uit het verleden dat een hele klasse in beslag nam. Winnaar werd deze C25 Clairière uit 1935. Avions-Voisin was een in 1905 opgericht bedrijf dat in het begin vliegtuigen produceerde, maar vanaf 1919 ook luxe automobielen. Begin jaren 30 werkte er een zekere André Lefèbrve voor Avions-Voisin, maar deze stapte later over naar Citroën, waar hij verantwoordelijk zou zijn voor de ontwerpen van de Traction-Avant, de 2CV en de DS en waarin de invloed van Gabriël Voisin zeker aanwezig was.
We zien hierboven de 2011 Pebble Beach winnaar en een auto (ander exemplaar) die in 2013 voor bijna $2 miljoen van eigenaar wisselde: de Avions-Voisin C25 Aérodyne uit 1934, met een, zeker voor die tijd, schitterend interieur. In totaal zijn er 7 auto’s van dit type gebouwd. Deze auto is eigendom van de Amerikaan Peter Mullin.
Avions-Voisin bouwde auto’s tot vlak voor de 2e Wereldoorlog. Vlak daarna probeerde Gabriel Voisin een comeback te maken met de C31 Biscooter, een minimale auto voor de massa. Met Spaanse hulp lukte het hem om tussen 1953 en 1960 zo’n 12.000 van deze mini-auto’s te produceren (top 65 km/h). Rechts zien we een C24 Châtelaine uit 1933, een van de weinig overgebleven exemplaren van de 120 stuks die zijn gebouwd.
Avions-Voisin C15 Petit Duc uit 1929. Dit exemplaar behoorde aan Gabriel Voisin zelf toe. Hij gebruikte de auto om er mee te gaan kamperen en trok er zelfs een caravan van achteren mee. Rechts zien we een C4S uit 1924. Een auto die de eigenaar destijds kocht voor zijn vrouw. Vandaar ook de opvallende kleuren. De auto kent tegenwoordig een Oostenrijkse eigenaar.
De volgende klasse is die van auto’s die op de Salon van Parijs hebben gestaan (tot 1961). Negen auto’s in deze klasse, waarvan we er op deze pagina’s vijf zien afgebeeld. Hierboven de Pegaso Z102 Berlinetta uit 1951.
Pegaso was een Spaanse vrachtwagen- en bussenfabrikant die tussen 1951 en 1959 ook sportauto’s bouwde.
Zo’n 84 sportauto’s zijn er in totaal vervaardigd.
De Talbot-Lago T26 kent vele verschillende carrosserie varianten. De ene nog mooier dan de andere.
We zien er hier een uit 1948, de T26 Grand Sport Cabriolet par Franay. We komen zo dadelijk nog een andere variant tegen die nog spectaculairder is.
Ferrari 166 Inter Stabilimenti Farina Cabriolet - 1950. Een zeldzame Ferrari met een body ontworpen door Attilio Farina, de zoon van de grotere broer van Pinin, en destijds eigenaar van Stabilimenti Farina. Een fraai stukje automobiel en eigenlijk een zekere winnaar, ware het niet dat er in deze klasse nog veel meer kwaliteit te zien was.
Zoals deze Talbot-Lago T26 Grand Sport Fastback Coupé par Figoni & Falaschi uit 1948. Deze auto viel vorig jaar al te bewonderen op Pebble Beach waar hij net geen Best of Show werd. Hier werd hij klasse winnaar en – en dat verklap ik alvast – sleepte de auto ook de Best of Show award voor beste naoorlogse auto in de wacht.
Rechts zien we een Peugeot 302 Roadster Darl’Mat uit 1937.
Sponsor en naamgever Richard Mille, voor wie het niet weet een exclusief Zwitsers horlogemerk, had een groot aantal McLaren sportauto’s uit de collectie meegenomen, waaronder enkele zeer speciale. Daaronder de McLaren M3A/2 Formula Libre uit 1966 (voorgrond linkerfoto) en de McLaren MP4/13 uit 1998, waarmee de Fin Mika Häkkinen dat jaar vijf F1 Grand Prix wist te winnen.
Nog specialer was de McLaren MP4/4 uit 1988 waarmee Ayrton Senna in 1988 voor het eerst Formule 1 wereldkampioen werd. In deze specifieke auto won hij dat jaar de Grand Prix van San Marino en werd hij tevens driemaal 2e. Deze auto won overigens niet de Chantilly Best of Class Award. Die ging naar de oranje McLaren M16C uit 1974 waarmee Johnny Rutherford dat jaar de 500 Miles van Indianapolis won.
Voor de vele toeschouwers was er behalve mooie auto’s bewonderen nog veel meer te doen. Zo kon er op een van de meertjes met een boot gevaren of gewaterfietst worden. Daarnaast waren er vele standjes met autokunst, kleding en luxeartikelen te vinden en kon er zelfs plaats genomen worden in een gloednieuwe McLaren GT supercar. Met als resultaat de ene selfie na de andere.
Daarnaast was er muziek en show aangepast aan de historische plek waar men zich bevond. Zo waren de klanken te horen van deze Doedelzakband en waren er tussendoor ook mooi verkleedde dames te bewonderen op fraaie paarden die zich galant over het domein bewogen. Later die dag was er ook nog een show met paarden en rijtuigen op het concours van het Concours d’Élégance.
Pagani had zes spectaculaire auto’s meegenomen, om 20 jaar Zonda te vieren. Pronkstukje was zonder meer de Zonda HP Barchetta uit 2017 die in een oplage van slechts drie stuks is gebouwd en een prijskaartje kent van €15 miljoen.
In 2017 de duurste nieuwe auto die ooit werd gebouwd. De Barchetta heeft een V12 Mercedes-Benz krachtbron die zo’n 800 pk levert. Top: meer dan 355 km/h. En geen dak...
Met de Zonda C12 begon het allemaal in 1999. Ook deze auto beschikte over een V12 van Mercedes-Benz die 450 pk leverde. Dit is die eerste Zonda die momenteel in bezit is van een Zwitserse eigenaar. Op het veld stond ook een grijze, de gerestaureerde test & crashcar. (R) De Zonda Revolución uit 2013; 5 stuks zijn er gebouwd met een prijskaartje van €2,2 miljoen voor belastingen. De auto weegt slechts 1.075 kg.
Over naar de concept cars van de toekomst. DS Automobiles nam deze fraaie DS X E-Tense mee, een auto die al in 2018 aan de wereld was voorgesteld en de auto van het jaar 2035 moet voorstellen. Een auto ook waar passagier en bestuurder twee aparte ‘cockpits’ hebben. De auto heeft twee elektromotoren die zo’n 1.360 pk leveren, een vloer van transparant glas en een opvallende asymmetrische carrosserie.
Minder opvallend, maar niet minder leuk is deze VW ID. Buggy, die voor het eerst op de Salon van Genève van dit jaar te zien viel. Ook deze auto is volledig elektrisch, heeft zo’n 204 pk en een begrensde top van 160 km/h.
Het dashboard is minimalistisch en het interieur is geheel waterbestendig. Vanzelfsprekend heeft deze buggy
geen dak en deuren. Het publiek van Chantilly kon hem in ieder geval wel waarderen.
De McLaren Speedtail is een concept car die in 2020 werkelijk gaat worden. Dan namelijk zullen 106 exemplaren van deze hybride GT supercar gebouwd gaan worden. Vanwege zijn opvallende gestroomlijnde achterkant heeft de auto een lengte van 5,2 meter. De bestuurder zit in het midden met naast hem twee passagiers.
Topsnelheid: 403 km/h bij 1.050 pk. Prijs: bijna €2 miljoen (kaal, zonder extra’s).
Renault nam haar EZ-Ultimo mee. Een autonoom rijdende en volledig elektrische automobiel. Renault zelf noemt het een cocon waarin maximaal drie passagiers de stad op een nieuwe manier kunnen bekijken. Met panoramisch glas dat van binnen die stad toont, maar de stad kan daarbij niet naar binnen kijken. Omdat het een pure toekomstvisie is, zijn er geen gegevens over prestaties e.d. bekend.
BMW Vision M Next is de naam van de nieuwste concept car van het Duitse merk uit München. De auto heeft elektromotoren op beide assen, terwijl er op de achterwielen ook een 4-cilinder benzinemotor zit. Dit brengt het vermogen op 600 pk met een top van 300 km/h.Het futuristische ontwerp is gebaseerd op BMW’s uit het verleden:
de Turbo en de M1, maar ook op de hedendaags i8.
De Bugatti La Voiture Noire zagen we al tijdens het concours van Villa D’Este. De auto is qua ontwerp gebaseerd op de legendarische Type 57 SC Atlantic uit de jaren 30, waarvan er maar vier zijn gebouwd en drie bewaard zijn gebleven. Vandaar dat er van deze auto slechts een gebouwd is. Hij moet net zo speciaal gaan worden. En met een prijskaartje van ruim €16 miljoen is het al de duurste nieuwe auto aller tijden. Een koper is al gevonden.
De Aston Martin DB4 GT Continuation is een door Aston Martin vakkundig gemaakte replica van een icoon uit het verleden. Slechts 19 stuks zullen gebouwd gaan worden en hebben een prijskaartje van €1,6 miljoen voor belastingen en dan kan er nog niet eens mee op de openbare weg gereden worden, want vanwege veiligheidseisen komt de auto niet in aanmerking voor een kenteken.
Naast de Aston Martin zien we een door BMW gebouwde replica van een concept car uit 1970, de Garmisch. Het origineel was verloren gegaan en dus bouwde BMW deze replica. Ontworpen overigens door Marcello Gandini, die ook verantwoordelijk is voor de Autobianchi Runabout uit 1969 met middenmotor die we hierboven zien. Deze concept car stond model voor de latere Fiat X1/9.
De net getoonde BMW en Autobianchi waren onderdeel van 15 auto’s die op het grasveld stonden onder de naam ‘Les Créations de Marcello Gandini’. Zoals deze Ferrari Rainbow uit 1976 waarvan het ontwerp was geplaatst op het chassis van een 308 GT4. Ook beschikt de auto over de 250 pk sterke motor van de 308 GT4. De auto zag het levenslicht op de Autosalon van Turijn van 1976, maar het bleef bij deze concept car.
De Citroën GS Camargue was ook ontworpen door Gandini en gezet op een chassis van een Citroën GS. De auto werd aan het publiek voorgesteld tijdens de Autoshow van Genève van 1972. De auto ging niet in productie, maar enkele kenmerken zouden later terug te zien zijn in het ontwerp van de BX, die ook door Gandini was getekend. Winnaar van de Gandini designs werd overigens een Lamborghini Miura.
Een groot gedeelte van het 115 hectare grote domein van Chantilly werd ingenomen door auto’s. Overal waar je keek stonden auto’s opgesteld. In het noordwesten van het domein waren de diverse clubs te vinden, waaronder die van Citroën die een fraai kunstwerkje hadden gemaakt. Rechts zien we een Ford Mustang cabriolet uit 1965 die fotogeniek was geparkeerd aan de rand van het domein.
Simca Matra Bagheera Courrèges uit 1975, met zijn futuristisch aandoende dashboard. Van dit type I model zijn er zo’n 30.000 exemplaren gebouwd. De Courrèges is een speciale uitvoering die in het wit was uitgevoerd, met witte bekleding en dito kofferset. Van dit type zijn er slechts 213 gebouwd. Veel Bagheera’s hebben de tand des tijds niet overleefd, vanwege vooral roestproblemen.
Auto’s stonden niet alleen per merk opgesteld, maar vaker per club, zoals deze Buick Roadmaster die onderdeel was van een Franse Amerikaanse auto’s club. Opvallend was ook deze Venturi 260 APC uit 1991, die naast de Bagheera stond geparkeerd. 70 auto’s zijn er van dit model tussen 1990 en 1996 gebouwd. De auto heeft een 2,8l V6 motor die goed is voor zo’n 260 pk. Top met 1.275 kg is 270 km/h.
We zien hier een replica van de Citroën 2CV Barbot uit 1953. Pierre Barbot droomde er van om een 2CV om te bouwen tot competitieve race-auto. Hij sneed het dak eraf, kortte het chassis in, paste nog wat zaken aan en verbrak vervolgens in 1953 diverse records. Ook de liefhebber van Amerikaanse Hotrods kwamen in Chantilly aan hun trekken. Voor iedereen was er wel iets van zijn of haar gading te zien.
Een overzichtsfoto van het grasveld waar een groot aantal Amerikaanse auto’s stonden opgesteld. Op de voorgrond een Chevrolet Bel Air uit 1953. Iets verderop stond deze Alvis 12/50 Ducksback uit 1930 met een originele haasmascotte voorop de auto. Die haas zullen we wat later dit verslag nog in detail gaan tegenkomen.
In totaal waren er zo’n 39 clubs aanwezig met zo’n 750 auto’s
Winnaar van de Grand Prix de Clubs werd de Amicale Facel Vega club die de prijs in deze FV1 Cabriolet uit 1955 kwam ophalen. Tijdens de 5e editie van de Chantilly Arts & Elegance Richard Mille was het vooral auto’s wat de klok sloeg. Motoren waren er bijna niet te zien, op deze Brough Superior motoren na. Het zijn nieuwe (continuation) versies van de originele SS100 motoren uit 1926.
Een andere autosport gerelateerde klasse was die van de Endurance GT’s van na 1994. Negen auto’s in deze klasse, waarvan we er hier drie zien afgebeeld. Links zien we de Chevrolet Corvette ZR1 GT1 uit 1995 die dat jaar deel nam aan Le Mans, maar uitviel. Rechts zien we de Saleen S7R uit 2004. Deze GT1 auto is gebaseerd op de S7, een sportwagen die tussen 2000 en 2009 werd gebouwd.
Links zien we nog een GT van na 1994: Mercedes-Benz CLK-GTR uit 1997. Dat jaar won de auto zes van de elf GT1 races en de Duitser Bernd Schneider de titel. Een Ferrari 348 GTC LM (niet op foto) uit 1994 won overigens de GT klasse op Chantilly. (R) Aston Martin DB4 GT Zagato uit 1961 (gesloten race-auto’s post-war ). We zagen al eerder de huidige continuation versie van deze auto.
In drie verschillende klassen waren op het gras van Chantilly maar liefst 17 auto’s te bewonderen van het 100-jarige Bentley. We zien hierboven de klasse winnaar van de gesloten vooroorlogse Bentleys, de Bentley 8 Litre Foursome Coupé by Freestone & Webb uit 1931. Deze auto zou even later door de jury ook worden uitgeroepen tot Best of Show (Pre-War).
(L) Winnaar van de Post-War Bentley klasse werd deze Bentley Mark VI Cresta met koetswerk van Facel Metallon uit 1948. (R) Nog een deelnemer uit de Gesloten Pre-War Bentley klasse: de 4 ¼ l 3-Position Drophead Coupé by Veth & Zoon uit 1936. Veth & Zoon is een Nederlandse carrosseriebouwer uit Arnhem, die tegenwoordig nog steeds actief is en bedrijfsauto’s ombouwt.
Vijf deelnemers op een rij van de Post-War Bentley klasse met links de latere klasse winnaar.
(R) Deze Bentley Speed Six uit 1930 werd de klasse winnaar van de vooroorlogse Bentley open auto’s.
Een andere deelnemer in die klasse, de Bentley 4 ½ l Sports Tourer uit 1928 kreeg de Prix Préservation FIVA. Rechts zien we een groepje Bentley’s dat wacht op het voorstellen aan het publiek van de deelnemers uit de Bentley klassen van het Concours D’Élégance.
We zien hierboven drie auto’s uit de klasse ‘Vooroorlogse auto’s in originele staat.’ Winnaar werd de Delaunay-Belleville Type HC4 Coupe de Ville uit 1913 met een Rothschild carrosserie. Delaunay-Belleville was een Franse autobouwer tussen 1903-1948. Rechts zien we een Bentley Speed Six uit 1929 met daarachter een Renault Viva Grand Sport uit 1939.
Verschillende Iso automobielen waren te zien in de Iso Rivolta klasse. We zien rechts de Iso Rivolta Fidia uit 1970 met de winnaartrofee bovenop de auto, maar toch bleek dit niet de winnaar te zijn. Dat was een Iso Grifo Serie II die helaas (net) niet op beide foto’s te zien is.
‘Japanse Sportwagens’ was een volgende klasse, met daarin vijf deelnemers. We zien er op deze pagina drie, waaronder de winnaar, de Toyota 2000 GT uit 1969. Rechts zien we een Honda S800 Cabriolet uit 1968.
Een derde deelnemer in de Japanse klasse was deze Mazda Cosmo Sport 110S Series II uit 1970.
Ook Facel-Vega had een eigen klasse en telde vijf deelnemers. De winnaar werd een HK2 uit 1962. Hierboven afgebeeld is een andere deelnemer, een HKII uit 1964 van Duitse eigenaars; een van de laatste Facels ooit gebouwd.
Voor Bugatti automobielen was er geen speciale klasse gereserveerd. Wel had Bugatti een achttal auto’s meegenomen uit de persoonlijke collectie, waaronder de EB110 uit 1990 en de Type 57 Stelvio uit 1939.
Ook werden er een Veyron en Chiron ten toon gesteld en drie andere vooroorlogse Bugatti’s,
waaronder een Type 54 Grand Prix en een Type 23 Brescia.
Ook aanwezig was de Bugatti Chiron Sport die speciaal ter ere van het 110-jarige bestaan wordt gebouwd. De auto is 18 kg lichter dan de normale Chiron, sneller, maar ook zo'n 5% duurder. Rechts zien we een aantal Matra Formule 1 auto’s ter ere van het feit dat het 50 jaar geleden is dat Matra een Formule 1 Wereldkampioenschap won (met de Schot Jackie Stewart achter het stuur).
Tijd voor de prijsuitreikingen. Het publiek kon bepalen welke concept car ze het leukst vond. Dat werd de VW ID. Buggy. De vakjury koos echter voor de McLaren Speedtail, waarmee de concept car winnaar van Villa D’Este,
de Bugatti La Voiture Noire ditmaal met lege handen bleef staan.
De eigenaren van de Bentley 4 ½ l Sports Tourer haalden hun prijs op in de categorie Prix de Préservation FIVA
en zo zagen de bokalen eruit voor de respectievelijke klassewinnaars. Hier die van de Avions-Voisins.
Zoals al vermeld ging de Best of Show award Pre-War naar de Bentley 8-Litre Foursome Coupé by Freestone & Webb uit 1931. We zien hier het moment dat de Bentley het podium is opgereden en de confetti kanonnen zijn afgegaan. De foto rechts is van het ererondje ervoor.
Winnaar van de Best of Show award Post-War werd de Talbot-Lago T26 Grand Sport Fastback Coupé par Figoni & Falaschi uit 1948. Eigenaars zijn vader en zoon Kudela uit Tsjechië, die op de rechterfoto poseren voor de foto voor hun auto. We zien op de linkerfoto FIA voorzitter Jean Todt die de auto van achteren inspecteert.
Mijn auto van het evenement is deze keer een concept car; uit 1968 om precies te zijn. Het betreft de Alfa Romeo Carabo en is een van de ontwerpen van de Italiaanse autodesigner Marcello Gandini (1938).
Een ontwerper die (mede) verantwoordelijk was voor klassiekers als de Lamborghini Miura, de Lamborghini Countach, de Alfa Romeo Montreal, de Bugatti EB 100 en de Lancia Stratos, om maar een paar van de vele auto’s te noemen die Marcello Gandini heeft ontworpen.
De Carabo (afgeleid van Carabidae, de Latijnse naam van een groen/goudkleurige kever) werd op de Autosalon van Parijs in 1968 voorgesteld. Het ontwerp is gezet op een chassis van een Alfa Romeo Tipo 33 sportwagen (een auto die tussen eind 1967 en maart 1969 in productie was en waarvan er slechts 18 exemplaren zijn gebouwd. Omdat Alfa Romeo problemen had om die auto aan de man te brengen en om die reden chassis over had, werden een vijftal chassis gebruikt voor concept cars. De Carabo is er daar een van.
De auto is 4,18 meter lang, slechts 99cm hoog en heeft deuren die schuin omhoog gaan (kenmerkend voor de latere Lamborghini Countach). Het ontwerp van deze concept car zou het ontwerp van latere productieauto’s dan ook zeer inspireren. Details van deze auto zijn in verfijnde vorm later terug te vinden op de Ferrari Dino 308 GT4 , de Lotus Esprit, de al eerder genoemde Lamborghini Countach en Lancia Stratos. Verder vallen ook de Lamborghini Uraco en de DeLorean DMC-12 te noemen als geïnspireerde ontwerpen.
De hier getoonde auto is de enige die ooit is geproduceerd. Hoewel er begin jaren zeventig in de V.S. wel een replica is gebouwd op het chassis van een De Tomaso Pantera. Met een andere kleur overigens.
De Alfa Romeo Carabo kon ook rijden. Als motor had de auto een door Carlo Chiti ontworpen V8 meegekregen die zo’n 260 pk had en een topsnelheid gaf van zo’n 260 km/h. Ook deze motor was overigens afkomstig van de Alfa Romeo T33. De Alfa Romeo Carabo is normaal gesproken, wanneer hij niet op evenementen zoals deze te bewonderen is, te bezichtigen in het Alfa Romeo museum te Arese, Milaan, Italië.