TECHNO
CLASSICA
ESSEN 2019
Nadat we in deel 1 de hallen 1 t/m 5 bezocht hebben, gaan we in dit tweede deel verder in hal 6. Het was de hal waarin BMW, Citroën, Mini, Peugeot met stands en auto’s te zien waren en waar tevens in het middengedeelte een aantal handelaren met autokunst te vinden waren. Verder stonden er ook nog wat classic car dealers, restauratiebedrijven, clubs en een aantal automobilia verkopers. (L) Peugeot 504 Coupé uit 1978, vanwege het 50-jarige jubileum van dit model. (R) Citroën C6 - 1928, vanwege het 100-jarige jubileum van Citroën.
(L/R) Twee replica’s gezet op originele vooroorlogse chassis: Daimler Corsica Double Six Drophead Coupé (1931)
en een Bentley uit 1932. (M) Vanwege het Mini-jubileum had het Britse merk onder andere deze circuit uitvoering meegenomen: 1275 GT uit 1978.
(L) Het Louwman museum had deze twee museumstukken op de stand van de Europese automusea staan:
de Italcorsa Tarf II (1951), een recordvoertuig, dat een 2,4l Ferrari 246 Dino bezat
en de Delahaye 135MS Coupé par Partout (1946).
(L) Deze BMW Z4 M GT E86 SP6 uit 2009 heeft onder andere op de Nürburgring geracet en stond nu te koop (prijs op aanvraag; p.o.a). (M) Op de stand van Sport Classics waren een aantal Aston Martins te vinden, waaronder deze rode DB4 GT. De auto in de achtergrond, de blauwe DB5 Convertible uit 1963 werd overigens gekroond tot ‘Best of Show’ van de Techno Classica Essen 2019.
(R) Ford Mustang Shelby Terlingue Tribute uit 1965, te koop voor een kleine €50.000,-.
(L) Facel Vega II - 1962. Deze auto was niet te koop, maar on display om werk te tonen van een Frans restauratie atelier. (M) BMW had onder meer de Le Mans winnaar van 1999 meegenomen, de V12 LMR.
(R) Horch 855 Sport Special - 1934; prijs op aanvraag.
(L) Op de Citroën stand was ook deze C3 Pluriel Charleston te zien (2009). (M) nog meer autokunst. (R) De Glas Isar T 600 uit 1962. Deze auto was te vinden tussen een aantal BMW gerelateerde youngtimers, maar dat is deze Glas al lang niet meer.
(L) Van deze youngtimer zijn er aan het begin van deze eeuw slechts 555 gebouwd: de BMW Alpina Roadster V8 uit 2003. (R) Om de autokunst op de stand te promoten stond deze DKW Monza 3=6 uit 1959 ten toongesteld.
(L) We verlaten hal 6 met het tonen van deze custom Ford 5-Window coupé uit 1934. (M) Hal 7 kende ook een groot aantal classic car dealers, waaronder Thiesen, Classic Park, Oldtimerfarm, Steenbuck en Potomac.
(R) Wat direct opviel was deze Mini driewieler; een ombouw uit 2015 genaamd Menger 3WP, met een MPi motor (1.275cc, 80 PK). Deze tweezitter was te koop voor €69.000,-.
Italiaanse elegantie: (L) Ferrari 250 GT Recration uit 1963. (M) Alfa Romeo Tubolare Zagato - 1965.
(R) De Tomaso Mangusta - 1969.
Steenbuck Automobiles uit Noord-Duitsland toonde ons een aantal mooie vooroorlogse automobielen, zoals de Mercedes 15/20 Runabout uit 1909. Nog fraaier is de Bugatti Type 57 Aérolithe Coupé. Volgens hun website is het een originele auto uit 1935, die destijds in Molsheim uit elkaar was gehaald. In 2006 is deze auto op een origineel Type 57 chassis weer opgebouwd; en nu te koop (prijs op aanvraag).
Bij Thiesen uit Hamburg konden deze twee beauties bewonderd worden: Talbot-Lago T26 Grand Sport Coupé uit 1954; een van 19 gebouwde exemplaren. De auto stond te koop voor €395.000,- (L). Bizzarrini 5300 Strada uit 1966 (M/R), waarvan er destijds slechts 139 exemplaren gebouwd zijn. Deze auto vond een nieuwe eigenaar op de beurs, maar de verkoopprijs stond niet aangegeven (p.o.a.).
(L) Ook bij Thiesen te zien was deze Porsche 907; in 1967 gereden op Le Mans door Jochen Rindt.
(M) MG Continental Coupé - 1934. (R) Mercedes-Benz 130 - 1934, een auto met de motor achterin,
waarvan er zo’n 4300 zijn gebouwd. Prijs nu: €74.000,-.
(L) Goliath GV800a - 1953, volgens de verkoper 1 van nog twee bestaande exemplaren. De prijs is er dan ook naar: €69.500,- (destijds ± 6.000 DM). (R) De VW T1 1,5 de Luxe uit 1967 was dan net iets goedkoper.
Deze kon voor €49.900,- van eigenaar veranderen.
(L) Mercedes Kardanwagen 28/50 Tourer uit 1911. Deze auto werd in de 1e Wereldoorlog door een Engelse militair geconfisqueerd en naar Engeland overgebracht. Daar verbleef hij al die jaren en schopte het zelfs tot filmster in de film ‘Those Magnificent Men in Their Flying Machines’ uit 1965. Nu stond hij te koop (p.o.a.).
(M) Dashboard van de Alfa Romeo 1900 CSS Touring uit 1955. (R) Hudson 33 Runabout uit 1912,
een auto die 60mph (33 PK) kon rijden en daardoor de bijnaam ‘Mile a Minute’ kreeg.
(L) Ermini 357 Sport Mille Miglia, een van slechts 19 gebouwde Ermini auto’s en de enige met Scaglietti carrosserie; uit 1955 en prijs op aanvraag. (M) Alfa Romeo 6C 2500 SS Spider - 1943 (p.o.a).
(R) Mercedes-Benz 200 Roadster - 1934 (prijs: €189.000,-).
We stappen hal 8 binnen, waar een aantal dealers staan, maar ook een groot aantal clubs en bedrijven die autogerelateerde zaken verkopen. (L) We zien onder andere deze Fiat Dino Spider uit 1968. Extra opvallend is deze Isdera Spyder 036i uit 1989 (M/R). Hij staat te koop voor €229.500,-. Slechts 17 exemplaren zijn van deze met de hand gebouwde Spider gemaakt. Isdera (Ingenieurbüro für Styling, DEsign und RAcing) is een Duits merk dat in 1978 werd opgericht. De auto bezit een 3l, 6-cil. Mercedes motor die 231 PK levert.
(L/R) Tweemaal Autobianchi Abarth A112; in een normale 1972 versie en in een opgevoerde rally uitvoering van enkele jaren later (M). De Melkus club had een grote stand waar een aantal Melkus RS 1000 sportwagens te zien waren. Deze werden tussen 1969 en 1980 in een productieaantal van 101 in de voormalige DDR gebouwd.
Een zestal hiervan waren in hal 8 opgesteld.
(L) Rolls-Royce Corniche 2 Cabriolet. Let op het $ teken op het stuurwiel.
(M) Alfa Romeo Giulietta SS - 1962; te koop voor €126.000,-.
We lopen via de foyer van de Oost-ingang vervolgens naar twee kleine hallen, 8a en 8b. Hier staan de stands van een groot aantal clubs, waaronder die van Panther. Het is de Britse club van dit merk en ze tonen twee exemplaren die je niet vaak tegenkomt. Links zien we de De Ville uit 1978 en rechts de Rio uit 1977. Van de De Ville, gebaseerd op de Bugatti Type 41, werden tussen 1974 en 1982 zo’n 60 exemplaren gebouwd. Van de Rio waren dit er tussen 1975 en 1977 36 exemplaren. (M) Schwuler Oldtimerclub Deutschland toonde deze opvallende Skoda Felica Fun uit 1999. Een vierzitter, met de achterbank in de vrije lucht, waarvan er zo’n 4.016 zijn gebouwd.
(L) Shelby Cobra 427 - 1965. (M) barnfind Bitter CD - 1975. (R) Maserati Khamsin - 1973.
(L) Deze Hansa 2000 (1938) was te vinden op de stand van Oldtimerfreunde Dortmund. Zij ontvingen de prijs van ‘beste clubstand’. (M) TVR Tiger Super 6 Nigel Mansell; gemaakt in 2010 voor & inclusief handtekening van de oud Formule 1 Wereldkampioen Nigel Mansell. (R) Stand van Fiat 500 Freunde Deutschland.
We zien verder in een hoek de bovenstaande Talbot-Matra Rancho staan. Een van de weinige exemplaren die niet weggeroest is. Dit exemplaar is van begin jaren 80. (M) De Dutton-Club Deutschland toonde dit exemplaar, dat net van te voren in elkaar was gezet. Dutton is een Britse kit-car die van 1970-1989 werd verkocht.
(R) Facel Vega FV1 uit 1955; een van de eerste Facels.
We lopen vervolgens de Gruga-Halle binnen waar de auto’s staan opgesteld van de Coys veiling. We zien onder andere twee markante pre-war automobielen; een LaFayette Model 134 Coupé (1924) en een Essex Super 6 Special (1926).
((L) Een opvallende youngtimer is de BMW Alpina B12 5.7 Coupé - 1995. (M) Chrysler Windsor Hardtop Coupé - 1961. (R) Lamborghini Urraco P250 - 1975. Omdat Coys op moment van schrijven geen resultaten heeft gepubliceerd, weet ik niet of en zo ja, voor welke bedragen deze auto’s zijn verkocht.
(L) Dit was een van de topstukken van de Coys veiling; een BMW M1 uit 1979 die ooit gebruikt werd voor recordpogingen (snelheidsrecord LPG aangedreven auto: 300 km/h) door de Oostenrijker Harald Ertl, een ex-Formule 1 coureur. Na diens plotselinge dood (vliegtuigongeval) in april 1982 ging het ook met de auto snel bergafwaarts. De auto moest minimaal €327.000,- gaan opbrengen. (M) Ferrari F1 uit 1951.
(R) Warwick GT 350 V8 - 1961; zo’n 40 Warwicks zijn tussen 1960 en 1962 gebouwd.
(L): Via het buitenterrein gaan we vervolgens richting de andere veiling, die van Sotheby’s. Op de weg daarheen komen we een groot aantal te koop staande klassiekers tegen, waaronder: DeSoto Fireflite Sedan (1960)
en de Alfa Romeo 2000 Touring Spider (1960).
Sotheby’s had zo’n 212 auto’s in de verkoop staan, van oldtimer tot youngtimer. 179 hiervan werden uiteindelijk verkocht. Deze drie helaas niet: Ghia 450 SS Convertible - 1967/ Packard One Twenty - 1937 /
Mercedes-Benz 320 by Wendler - 1937.
Drie topstukken van de veiling zien we hieroven. In het midden de Mercedes-Benz 540 K Cabriolet A uit 1937 die maar liefst €2,25 miljoen opbracht. De CLK DTM AMG uit 2005 die we links zien wisselde voor €263,750,- van eigenaar. Dat gold niet voor de prachtige Bugatti Veyron 16.4 Grand Sport Vitesse uit 2013,
die €1,3 miljoen had moeten opbrengen, maar geen nieuwe eigenaar vond.
(L) Ook niet verkocht werd de uiterst zeldzame Italdesign Zerouno uit 2018; 1 van 5 gebouwde auto’s. €600.000,- als minimumbod was te veel. (R) €200.000,- was te veel voor de Ferrari California T uit 2017.
(M) Wel verkocht werd de Morgan Aero 8 uit 2017 (€92.000,-).
((L/R) verkocht: Bentley Continental T - 1997 (€90.850,-) / Monteverdi 375/4 Sedan - 1970 (€174.800,-).
(M) Uiteindelijk ook niet verkocht: Porsche 356A Speedster uit 1957. €220.000,- was de verwachte verkoopprijs. Hiermee besluiten we onze terugblik op de 2019 editie van de Techno Classica Essen. Tot volgend jaar!
De 32e editie vindt plaats van 25-29 maart 2020.
In de afgelopen jaren heeft de interesse in oldtimers een enorme vlucht genomen; en het einde is nog lang niet in zicht. Dit ondanks enkele donkere wolken die wetgevers veroorzaken. Neen, voorlopig zijn classic cars nog steeds booming business. Neem bijvoorbeeld de net afgelopen Techno Classica Essen. Die werd dit jaar voor de 31e maal georganiseerd. In 1989, met Rétromobile in Parijs als voorbeeld, werd de eerste editie gehouden; in zes hallen, met 250 standhouders en 70 clubs. Op twee dagen tijd kwamen 30.000 geïnteresseerde bezoekers een kijkje nemen. Nog geen drie jaar later werd de grens van 100.000 bezoekers bereikt en in 2016 werd met 201.000 bezoekers dat aantal zelfs verdubbeld. De editie van dit jaar was de grootste tot dusverre met meer dan 2.700 auto's,
ruim 1.250 standhouders uit 30 landen en meer dan 220 clubs in 12 hallen op ruim 120.000m².
Het totale aantal bezoekers was meer dan 190.000, uit 45 verschillende landen.
​
In de 30 jaren die zijn verstreken zijn er daarna tal van andere beurzen opgestaan, zoals de Retro Classics in Duitsland en de Interclassics in Maastricht en Brussel. Beurzen die weliswaar niet de bezoekersaantallen van Essen halen, maar die voldoende geïnteresseerden trekken om levensvatbaar te zijn en volgend jaar opnieuw georganiseerd te worden. Elk weekend is er waar dan ook in Nederland, België, Duitsland of Frankrijk wel iets
te doen op oldtimergebied. Zij het een beurs, een rally, een toertocht of een oldtimerdag. Wie om oldtimers geeft hoeft zich deze dagen geen moment te vervelen.
Tijdens de beurs in Essen kreeg ik enkele interessante cijfers uitgereikt, die weliswaar specifiek betrekking hebben op de Duitse oldtimermarkt, maar die normaal gesproken een goed beeld geven van de algemene trend.
Die cijfers wil ik hier kort samengevat met u delen.
-
In Duitsland waren op 1 januari van dit jaar 46.501.758 personenauto's geregistreerd. 13,2% hiervan was jonger
dan 2 jaar oud. 18,4% was tussen de 2 en 4 jaren oud, 27,9% was tussen de 5 en 9 jaren oud en 20,9%
was tussen de 10 en 14 jaren oud. De categorie die hierna volgt kunnen we de youngtimer categorie noemen, hoewel de 10 - 14 jaren oud daar ook onder kunnen vallen. In ieder geval was 17,7% van de auto's tussen de 15 en 29 jaar oud. Dit is ook de groep waar op dit moment zoveel over te doen is, want het zijn nog geen oldtimers (pas vanaf 30 jaar) en deze groep groeit. Ten opzichte van het voorjaar met maar liefst 3,8%.
Ter vergelijking de categorieën 5-9 en 10-14 namen met ongeveer 1% af. Wat we dan nog niet genoemd hebben is de belangrijkste groep, namelijk de oldtimers. De auto's ouder dan 30 jaar dus. In Duitsland was het percentage 1,6%, wat neerkomt op 756.572 voertuigen; maar dat kunnen er na de beurs in Essen wel een paar meer geworden zijn.
Als we de oldtimermarkt internationaal bekijken dan zien we dat de interesse voor vooroorlogse auto's verder aan het afnemen is, hoewel uitzonderlijke modellen nog wel steeds tegen hoge bedragen verkocht worden. De trend is dat het interesse aan auto's uit de jaren 90 en 2000 aan het toenemen is. Auto's die officieel gezien nog een oldtimers zijn; de youngtimers dus. Vorig jaar werd er voor 84% aan youngtimers verkocht; dat was een stijging van 22% in vergelijking met het jaar ervoor.
-
De top 5 van auto's die in Duitsland het meest in waarde zijn gestegen ten opzichte van het jaar ervoor laat een mooi overzicht zien (bron VDA Classic-Analytics):
1. BMW CS 3.0 Csi (1971-1975)
2. VW Kever 1300 (1967-1973)
3. Opel Kadett B 1100 (1965-1971)
4. VW 181 Kübel (1973 - 1979)
5. Alfa Romeo GT 2000 GTV (1971-1977)
​
Als we dit dan doortrekken naar welke auto's sinds 1999 het meest in waarde zijn gestegen in Duitsland, dan krijgen we het volgende top 5 overzicht (bron VDA Classic-Analytics):
1. VW T2 1967-1972
2. Citroën 2CV 1969-1976
3. BMW 320 1975-1977
4. VW Kever 1300 1967-1973
5. BMW CS 3.0 Csi 1971-1975
​
Om deze kijk in Duitse cijfers af te sluiten is het misschien leuk om eens te kijken naar hoe sommige auto's sinds 1989 in waarde zijn gestegen. Deze (gemiddelde) gegevens zijn afkomstig van Classic Data en in euro's.
We kiezen daarbij voor zes jaartallen: 1989, 2004, 2014, 2017, 2018 en 2019
​
1989 2004 2014 2017 2018 2019
​
AC Shelby Cobra 289 (1963-65) 49.000 135.000 850.000 1,05 milj. 1,05 milj. 1 miljoen
Alfa Romeo Giulietta Spider (1955-59) 11.200 25.000 33.200 75.400 76.500 71.400
Aston Martin DB4 (1958-63) 36.800 88.000 370.000 525.000 500.000 468.000
BMW 507 (1956-59) 81.300 300.000 1,35 milj. 1,6 miljoen 1,8 miljoen 1,9 miljoen
Citroën 2CV A (1949-55) 2.800 6.500 12.600 14.000 14.500 14.300
Jaguar E-Type S1 (1961-62) 25.000 65.000 97.000 215.000 205.000 197.000
Mercedes-Benz 300 SL (1954-57) 82.000 260.000 1,15 milj. 1,1 miljoen 1,1 miljoen 1,05 miljoen
Messerschmidt KR 200 (1955-64) 5.400 12.200 25.000 30.200 30.200 28.700
Porsche 356 C 1600 (1963-65) 21.000 58.000 120.000 165.000 145.000 145.000
Porsche 911 Coupé (1966-67) 8.000 25.300 110.000 172.000 180.000 185.000
VW Kever 1303 Cabrio (1972-80) 6.500 10.600 21.000 26.600 26.600 28.000
​
Wat direct opvalt is dat de prijzen van zowel de goedkopere als de dure auto's sinds 1989 een enorme vlucht genomen hebben. In 1989 bijvoorbeeld was geen enkele van deze auto’s meer dan 85.000 euro waard; in 2019 zijn van de 11 vermelde auto’s slechts vier auto’s minder dan die 85.000 euro waard. Wat verder opvalt, is dat die vlucht in 2017 langzaam tot stilstand is gekomen. In 2017 en 2018 zijn de prijzen nog maar mondjesmaat omhoog gegaan en soms al zelfs gedaald. De kolom 2019 is voor vrijwel alle genoemde auto's ten opzichte van 2018 minder. Alleen de VW Kever, BMW 507 en de Porsche 911 kenden nog een stijging;
alle overige auto's zijn iets in waarde gedaald. Met andere woorden de markt heeft zich langzamerhand gestabiliseerd.
